Landbouw en natuur in harmonie

Tekst: Paul Q de Vries

Kunnen natuur en landbouw hand in hand gaan? Ja, dat kan zeggen steeds meer stemmen uit de praktijk en de wetenschap. ‘Intensieve landbouw is slecht voor ons allemaal.’

Arjen van Buuren wilde eigenlijk ecoloog worden, maar zoals dat soms gaat in het leven werd hij landbouwkundige en boer. Tijdens diverse stages kwam hij in aanraking met de intensieve landbouw. ‘Ik zag de monocultuur van gewas, de wekelijkse dosis kunstmest, kwistig gebruik van gif. En ik zag ook iets niet: wilde fauna en flora. Ik dacht: hier klopt iets niet.’

Op Landgoed Velhorst, in Lochem in de Achterhoek, pakt hij het samen met zijn vrouw Winny anders aan. ‘Wij boeren in samenwerking met de natuur. Het doel is een goed verdienmodel én een hogere biodiversiteit.’ Het echtpaar verbouwt zaden, granen en peulvruchten en houdt varkens, schapen en koeien. De dieren worden gevoerd uit reststromen graan, hun mest gaat de akkers op. ‘Een gesloten kringloop, zonder kunstmest of krachtvoer. Geen pesticiden: bloemrijke akkerranden trekken sluipwespen en lieveheersbeestjes aan die schadelijke insecten bestrijden. En zo min mogelijk bodembewerking. Als het echt moet gebruiken we een speciale zaaimachine of een ecoploeg. We hebben ook vogelakkers waar we wel zaaien maar niet oogsten, om de vogels de winter door te helpen.’

Hoe profiteert de natuur hiervan? ‘Twee zeldzame soorten zijn hier weer gaan broeden: de grauwe klauwier en de roodborsttapuit. Naturalis telt hier de wilde bijen en de aantallen stijgen. EIS Kenniscentrum houdt de insecten in de gaten; hun biomassa neemt toe.’ En wat geeft de natuur terug aan het boerenbedrijf? ‘Een rijk bodemleven en nutriënten. Alles wat we nodig hebben om onze opbrengsten te realiseren.’

Vlinder op bloem WW244855

Monsters

De elementen van de aanpak op Velhorst worden aangeduid met termen als natuur-inclusieve, regeneratieve, circulaire, organische of biologische landbouw. De Argentijnse hoogleraar Pablo Tittonell geeft de voorkeur aan ‘agro-ecologische’ landbouw. Hij bekleedt aan de Rijksuniversiteit Groningen de mede door WWF geļ¬nancierde leerstoel ‘Veerkrachtige agrarische landschappen voor natuur en mens’. ‘Agro-ecologie is de wetenschappelijke discipline achter al die verschillende benamingen’, legt hij uit. ‘De gemene deler is: afstand nemen van de intensieve, industriële manier van landbouw zoals we die gewoon zijn gaan vinden. En die een landschap van monoculturen, stikstofcrisis, water- en bodemvervuiling en een schrikbarende afname van insecten en weidevogels heeft opgeleverd.’

De belangrijkste gedachte achter agro-ecologische landbouw is tweerichtingsverkeer: natuur en landbouw versterken elkaar. ‘Elke vorm van landbouw verandert het ecosysteem op die plek, dat is onvermijdelijk. De vraag is: hoeveel neem je en hoeveel geef je terug?’, zegt Tittonell. Zulke vragen spelen bij alle facetten van het boeren-bedrijf. Neem de inzet van kunstmest. ‘Elke oogst onttrekt voedingsstoffen aan de bodem. Dat is het idee achter landbouw: het voedsel is voor ons. Dus je zult altijd op een of andere manier voedingsstoffen moeten terugstoppen.’ 

‘Maar laten we dat slim doen. Voer niet de gewassen maar de bodem. Stel het bodemleven – insecten, micro-organismen, schimmels – in staat vruchtbare grond te creëren.’ Of neem bestrijdingsmiddelen, zoals de beruchte neonicotinoïden. ‘Je doodt daarmee bijna alle insecten, maar er is altijd wel een soort minder gevoelig. Die heeft dan geen concurrenten en vijanden meer en wordt dus een veel grotere plaag. Hetzelfde geldt voor wat we onkruid noemen. Met pesticiden creëren we onze eigen monsters.’

Gabriel Jimenez / Unsplash

'Het hele systeem moet op de schop'

Prijzen en opbrengsten

Het idee van een harmonieus samengaan van landbouw en natuur klinkt natuurlijk geweldig, maar hoe zit het dan met de opbrengsten? Alleen intensieve landbouw produceert genoeg om de wereld te voeden, is een veelgehoorde tegenwerping. Tittonell wil daar niets van weten. ‘Nederland is de tweede landbouwexporteur van de wereld, zegt men dan. Maar dat is gemeten in geld, niet in geproduceerd voedsel. Er zitten bijvoorbeeld ook bloemen bij. Nederland produceert slechts 0,02 procent van de calorieën die wereldwijd worden geconsumeerd. En 50 procent van het wereldwijde voedsel komt van kleinschalige boerderijen die 20 procent van het landoppervlak innemen. Dáár moeten we dus onze energie en kennis op richten, niet op het failliete model van intensieve landbouw.’

En de voedselprijzen dan? Die gaan toch zeker omhoog als we agro-ecologisch gaan produceren? ‘Dat is zeker geen natuurwet. Prijzen zijn niet zo zeer een gevolg van ons landbouwsysteem, maar vooral van het geglobaliseerde voedselsysteem. Ook verwerking, distributie, consumptie en afvalmanagement spelen een rol. Er zitten enorm veel verstoringen in, zoals subsidies, machtsverschillen in de keten, boeren die melk tegen kostprijs moeten verkopen.’

Groene revolutie

Hoewel al veel boeren experimenteren met allerlei vormen van natuurinclusieve landbouw, lijken de boerenprotesten en polarisatie in de samenleving nu niet bepaald op een aanstaande groene revolutie te wijzen. Hoe kijkt Tittonell als Argentijn naar de Nederlandse ophef? ‘Die is zeker niet typisch Nederlands. In Argentinië hebben we zulke discussies ook gehad en ook daar leken stad en platteland recht tegenover elkaar te staan. Hier gaat het over stikstofregels en de wolf, daar ging het over een wet tegen ontbossing en de poema. Het is niet gek dat spanningen ontstaan bij dit soort grote veranderingen.’ Veranderingen die natuurlijk niet alleen van de boeren kunnen komen. Welke keuzes maken consumenten? Welk beleid voert de overheid?

Ook supermarkten, groothandels, banken, verzekeraars en veevoerhandelaren hebben een rol. Met zijn allen houden we het systeem in stand. ‘Boeren zijn eigenlijk helden’, zegt Tittonell. ‘Ze steken zich voor veertig jaar in de schulden en werken voor een bescheiden salaris keihard om voedsel te produceren. Maar ze zijn ook slachtoffer; de zwakste schakel waar de hele keten goed aan verdient. Niet voor niets is het aantal boeren in Nederland sinds 2000 ongeveer gehalveerd. Elke tien jaar stopt een kwart van de boeren. Intensieve landbouw is niet winstgevend. Het is een illusie die in stand gehouden wordt met subsidies.’

Intensieve landbouw is niet alleen slecht voor de natuur, maar ook voor de boer. ‘En voor de consument, want die krijgt in gif gedrenkt voedsel op zijn bord en in zijn leefomgeving. Pesticiden die dertig jaar geleden verboden zijn, vinden we nog steeds in het water terug. We meten zelfs pesticiden in de stratosfeer. Intensieve landbouw is slecht voor ons allemaal.’

Engels Raaigras (intensieve landbouw)

Positief boeren

Volgens Tittonell willen de meeste boeren best veranderen. ‘De groep die nu zo luidruchtig protesteert, beslaat 15 tot 20 procent. Er is dus een heel grote meerderheid die graag wil praten over de agro-ecologische aanpak.’

Arjen van Buuren is het met hem eens. ‘De meeste van mijn collega’s staan positief tegenover de transitie, maar dan moet wel het hele systeem op de schop. En overheden moeten boeren de ruimte geven om te ondernemen. Niet alleen beboeten maar ook belonen als gekozen wordt voor agro-ecologische initiatieven.’ Laat Landgoed Velhorst de toekomst van het boerenbedrijf zien? ‘We willen een voorbeeldbedrijf zijn’, zegt Van Buuren nuchter, ‘en boeren kennis en inspiratie bieden.’ Welke tip heeft hij voor hen? ‘Elk bedrijf heeft zijn eigen uitdagingen; er is niet één oplossing. Begin gewoon met experimenteren. Er gaat weleens iets mis, maar er gaat ook veel goed. Zo vind je je weg.’