Wat is het probleem?
De kledingberg
Kleding in het Westen is zo goedkoop, dat kleren wegwerpartikelen zijn geworden. De productie is de afgelopen tien jaar toegenomen met vierhonderd procent. De gemiddelde levensduur van een kledingstuk wordt bovendien steeds korter. Door overproductie bereikt dertig procent van de geproduceerde kleding nooit iemands kledingkast. Alleen al in Nederland leidt fast fashion tot een kledingberg van 235.000 kilo. Zo’n 350 voetbalvelden vol! Bijna zeventig procent van al die kleding belandt direct in de verbrandingsoven.
De kledingberg
Hoe erg is het?
Nou, heel erg. Mode is namelijk een van de grootste vervuilers ter wereld. Textiel is naar schatting goed voor tien procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Jaarlijks kappen we miljoenen bomen om kleding te maken. Voor één T-shirt zijn duizenden liters water nodig. Polyester kleding draagt bij aan de plastic soep. En een kwart van alle pesticiden in de landbouw wordt gebruikt in de katoenteelt.
De kledingberg Wat doen we eraan?
Kiezen voor een duurzame garderobe is goed voor het milieu en je portemonnee. Gelukkig zijn er volop initiatieven die mensen helpen meer uit hun kledingkast te halen. De Nederlandse consument koopt per jaar gemiddeld 46 nieuwe kledingstukken en doet er zo’n 40 weg. Dat kan wel wat minder, vindt Milieu Centraal. In de campagne Love Your Clothes (milieucentraal.nl) ontdek je hoe je zo lang mogelijk van kleding kunt genieten. Trek bijvoorbeeld eens in de zoveel tijd een avond uit om door je kleren heen te gaan en nieuwe combinaties te maken. De meeste mensen hebben veel meer kleren dan ze beseffen. Ook het tv-programma Hip voor Nop is voor een kledingdieet. ‘De mode-industrie is een van de vervuilendste industrieën ter wereld’, zegt presentatrice Anne-Mar Zwart. ‘Hoe minder kleren we kopen, hoe beter voor de wereld. In Hip voor Nop laten we jonge meiden zien dat je oude kleding niet meteen hoeft weg te gooien. We maken van oude kleren weer iets nieuws.’
Kledingruil
Ben je nog wat huiverig om geen nieuwe kleren te kopen? Dan is ruilen een prima optie. Bijvoorbeeld bij kledingbibliotheek Lena (lena-library.com). En WWF- communicatiemanager Sabine Bos organiseert een à twee keer per jaar een kledingruilavond voor collega’s. ‘In mijn werk zie ik dagelijks de effecten van ons consumptiegedrag op de natuur, maar ik vind het ook leuk om af en toe nieuwe kleding te dragen. We hebben allemaal wel stukken die nog prima zijn, maar die je niet meer past. Of die je niet meer leuk vindt. Terwijl ze voor een collega misschien perfect zijn.’ Zo ontstond het idee voor een WWF-kledingruil. Een groep van – voornamelijk vrouwelijke – collega’s gaat na kantoortijd met een hapje en een drankje door een berg kleding. ‘Gezelligheid, gratis shoppen en meteen je kast opruimen: pure win-win-win.’
Ruilen is zeker ideaal als het gaat om kinderkleding. Daarom bedachten vier moeders krijgdekleertjes.nl. In een paar stappen ruil je een pakket met te kleine kinderspullen voor kleding die jouw kind past. Er zijn meer dan dertig lokale punten en duizenden mensen uit het hele land ruilen inmiddels kinderkleding.
Innovatie
Technologische innovaties zijn belangrijk om de mode-industrie te veranderen. Drie jonge vrouwen uit Amsterdam begonnen de duurzame kledingzoekmachine Project Cece. Met behulp van artificiële intelligentie maken ze het vinden van duurzame kleding extra makkelijk. Het werkt
zo: op projectcece.nl kun je een foto uploaden van bijvoorbeeld een jas, blouse of broek die je graag wilt. De zoekmachine helpt je vervolgens om vergelijkbare items te vinden die wel eerlijk en duurzaam geproduceerd zijn. Op deze manier vind je supermakkelijk een alternatief voor werpwerpmode.
Duurzame initiatieven
Een voorbeeld van zo’n duurzaam merk is SixtyNinety (sixtyninety.co.uk). Zij maken mooie en betaalbare zwemkleding van ecologisch afbreekbaar materiaal. Alles wordt onder eerlijke omstandigheden gemaakt in een kleine Braziliaanse fabriek gerund door vrouwen. Ook het Nederlandse jeansmerk MUD Jeans probeert de mode-industrie van binnenuit te veranderen. Ze produceren op de duurzaamst mogelijke manier en zetten zich in voor recycling. Eigenaar Bert van Son lanceerde Lease a Jeans. ‘Je betaalt een bedrag per maand voor je spijkerbroek en na twaalf maanden kun je hem ruilen voor een nieuwe. Wij recyclen de geleasede broek en gebruiken hem voor de productie van nieuwe spijkerbroeken.’ Door een jeans te huren voorkom je afval en bespaar je water en energie (mudjeans.eu).