Het zout waait naar binnen

Hoe zeespiegelstijging de wereld nu al verandert. Tekst: Paul Q. de Vries, beeld: Kadir van Lohuizen



Zeespiegelstijging is geen probleem van de toekomst. Dat zag fotograaf Kadir van Lohuizen toen hij overal ter wereld zichtbare veranderingen vastlegde. ‘We kunnen het niet meer stoppen, maar we kunnen wel vertragen.’

Mouie Ralpho woont op het Marshall-eiland Majuro, op slechts een paar meter van de zee. Hij weet dat het water steeds dichterbij komt. Bij een hoge stand van de zee spijkert hij de luiken dicht, want het zout waait al naar binnen. Bij een zeespiegelstijging van één meter zullen de Marshall-eilanden, waar 70.000 mensen wonen, van de kaart verdwijnen. Mouie is een van de vele mensen die fotojournalist Kadir van Lohuizen fotografeerde en filmde in de vier jaar dat hij de wereld over reisde om in beeld te brengen wat de zeespiegelstijging betekent. Zijn boodschap? ‘Zeespiegelstijging is geen probleem van de toekomst. Het is nu al aan het gebeuren.’

Kadirs foto’s en filmbeelden laten op indrukwekkende wijze zien wat voor veel mensen nog een abstract idee is. Volgens het klimaatpanel van de VN, de IPCC, is in 2100 de zee 43 centimeter hoger. Als de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs worden gehaald tenminste. Zo niet, dan wordt het 84 centimeter. ‘Maar dat zijn gemiddelden, de zeespiegel stijgt niet overal evenveel’, zegt Van Lohuizen. ‘Bovendien zijn het politieke cijfers; het resultaat van een compromis over wat naar buiten gebracht wordt. Diverse onderzoeken spreken over één stijging van een tot drie meter.’ Een recente analyse van satellietdata wijst uit dat in 2050 drie keer zoveel mensen de effecten zullen voelen van de stijgende zee dan we dachten. Geen 80 maar 300 miljoen mensen krijgen te maken met jaarlijkse overstromingen, vooral in Zuidoost- Azië. Metropolen als Shanghai, Bombay, Calcutta, Bangkok en Ho Chi Minhstad komen bij hoog water grotendeels onder water te staan. ‘De cijfers worden telkens bijgesteld, maar nooit naar beneden’, merkt Kadir droogjes op.

Sinds zijn documentaire Na ons de zondvloed te zien was, wordt Kadir op straat veelvuldig aangeklampt door voorbijgangers. ‘Het is tijd voor actie. Het is onvoorstelbaar hoe traag en afwachtend de politiek is. Het onderwerp is misschien wel te groot voor ons, we duwen het weg, zijn nog in de ontkenningsfase. Maar de zee komt er echt aan. We kunnen dit niet meer stoppen. Wat we wel kunnen doen, is proberen de stijging te vertragen. En ons aanpassen.’ Aanpassen is ook de voornaamste strategie van WWF. Een voorbeeld is een ambitieus internationaal programma, genaamd Resilient Asian Deltas. Dit is opgezet om overheden (en geld) te mobiliseren om onder meer de Ganges-, Irrawaddy- en Yangtze-delta’s te beschermen.

‘We zijn nog in de ontkenningsfase’

Uitgangspunt zijn nature-based solutions, oftewel samenwerken met de natuur met als doel om mensen te beschermen en biodiversiteit te behouden. Het herstel van wetlands en mangrovebossen, die bufferzones vormen bij storm en hoog water, is zo’n oplossing. Mangrovebomen groeien mee met een stijgende zeespiegel en hun wortels houden sediment vast, wat kusterosie tegengaat. Maar dan moeten de grote rivieren dat sediment wel kunnen aanvoeren. Dus moet er ook gesproken worden over de dammen en grootschalige zandwinning, die verhinderen dat zand en slib de kust bereiken. Een gezond mangrovebos beschermt niet alleen de delta’s, waar miljoenen mensen leven en werken, maar is ook een weergaloos natuurgebied. Hoewel een zeespiegelstijging van drie meter er niet mee opgevangen kan worden, vindt Kadir projecten als Resilient Asian Deltas waardevol. ‘Vooral omdat het hand in hand met de natuur gaat. Dit hele probleem is in de kern ontstaan omdat we ons niet meer verbonden voelen met de natuur. We denken dat het goed met ons gaat als het goed met de economie gaat, maar onze impact op de natuurlijke wereld is te groot geworden. Te veel consumptie, te veel uitstoot, te veel vliegen, te veel vlees eten.’

Is Kadir, ondanks alles dat hij gezien heeft, nog hoopvol? ‘Ik heb hoop vanwege de jonge generaties. Die zijn wakker, daar zitten de activisten, de leiders van de toekomst. En ik heb hoop omdat mensen een sterk aanpassingsvermogen hebben. Ik moet vaak denken aan Monsur Ali, een boer die ik sprak in Bangladesh. Door de verzilting van zijn land kan hij steeds minder goed rijst verbouwen. Dus heeft hij zoutpannen aangelegd en verdient hij zijn geld nu vooral met zoutwinning. Een wrang voorbeeld misschien, maar het geeft wel aan hoe creatief we kunnen zijn. Ik hoop alleen niet dat we pas in actie komen als het water ons letterlijk aan de lippen staat.’

De fototentoonstelling Rijzend Water van Kadir van Lohuizen is t/m 10 mei te zien in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

WWF Sabine Bos

Nederland deltaland

Nederland strijdt al eeuwen tegen het water. We hebben dijken gebouwd, gebieden ingepolderd en keringen gemaakt. Kennisinstituut Deltares onderzoekt nu al de gevolgen van een zeespiegelstijging van twee tot vier meter. De vraag rijst hoe hoog je dijken nog wilt en kunt maken. Of kun je – zoals in het rivierengebied al eerder is bewezen – beter werken mét de natuur. Door meer ruimte langs de rivieren te creëren, houden we het veilig en is er ook plek voor soorten als de zwarte ooievaar. In het kustgebied is dit principe ook toepasbaar en moeten we op zoek naar een mechanisme om ons land weer met de zee mee te laten groeien. Het is transitie van ‘vechten tegen’ naar ‘werken met’ de natuur, naar een dynamische delta. En daar moeten we nu mee beginnen.