Evenwichtskunst op de Noordzee
Tekst: Paul Q de Vries
Bij de Noordzee denken we aan uitgestrekt grijsgroen water, wind in je haren, leegte en vrijheid. Maar het is ook een van de drukste zeeën ter wereld. Hoe breng je alle belangen rond de Noordzee in balans en hoe zorgen we ervoor dat de natuur niet het kind van de rekening wordt? Een zoektocht naar de beste formule voor de overvolle zee.
Jaarlijks varen er duizenden schepen over de Nederlandse Noordzee. Kriskras over de zeebodem lopen pijpleidingen, elektra- en telecomkabels. Baggeraars willen er baggeren, vissers willen vissen, militairen willen oefenen, windparken op zee zijn nodig in de strijd tegen klimaatverandering. Dagjesmensen op het strand willen een wijds uitzicht zonder windmolens en boorplatformen en voordat ze naar huis gaan een gebakken visje. Iedereen wil een plekje onder de zon op de zee.
Botsende belangen
Om te proberen die vaak botsende belangen met elkaar in balans te brengen, hebben de overheid, energiesector, vissers, schippers, natuurorganisaties en andere partijen begin dit jaar met elkaar om tafel gezeten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want de opgave is enorm. Vissers zullen visgronden moeten prijsgeven aan beschermde gebieden en windparken, en de visserijvloot moet kleiner en duurzamer worden. En dan verliezen vissers als gevolg van de Brexit mogelijk ook nog eens toegang tot de Britse wateren, waar een belangrijk deel van de vangst vandaan komt.
En voor de energietransitie van Nederland wordt voorzien dat op de langere termijn wel twintig procent van het Noordzeeoppervlak voor windmolens zal worden gereserveerd. De energiesector is niet zomaar tevreden met elk stukje zee: vanwege de kosten wil ze het liefst windmolens aanleggen op ondiepe plekken. Ondertussen gaat de olie- en gaswinning gewoon door, waar natuurbeschermers niet blij mee zijn.
Rechts: Kabeljauw © Gilbert Van Ryckevorsel / WWF-Canada
Biodiversiteit herstellen
De grote vraag is: hoe bescherm je überhaupt het belang van de natuur in een zee waar praktisch elke kubieke meter wordt geclaimd, verdeeld en toegewezen? De bedreigingen zijn groot: schadelijke vismethoden, overbevissing, opwarming, verzuring en zeespiegelstijging. Tot nu toe is minder dan één procent van de Noordzee beschermd. Met het voorlopig akkoord groeit dit naar 12,5 tot 15 procent. Uiteindelijk zal 30 procent van de Noordzee via een netwerk van beschermde gebieden met rust gelaten moeten worden. Dat is de minimale oppervlakte die volgens wetenschappers en natuurbeschermers nodig is om biodiversiteit te herstellen. Maar in de huidige beschermde gebieden wordt nog volop gevist en daar zijn geen consequenties aan verbonden. Uiteindelijk is er één factor cruciaal voor de vraag of de bescherming werkt: handhaving. De EU heeft al gezegd dat ze geen paper parks accepteert; natuurgebieden die alleen op papier bestaan. Volgens WWF moet toezicht daarom serieus worden opgepakt.
Linkboven: Papegaaiduiker
Linksonder: Witsnuitdolfijn © Ernst Schrijver
Rechts: Jan-van-Genten © Sabine Bos
Rijkdom onder water
‘Uiteindelijk moet je onder water de effecten gaan zien van de beschermingsmaatregelen’, zegt Emilie Reuchlin, marien bioloog die bij WWF werkt aan de bescherming van soorten en leefgebieden in de Noordzee. Reuchlin is het liefst onder water te vinden en staat daar oog in oog met zowel de rijkdom als de verwoesting van de Noordzee. ‘Neem de oesterbanken die WWF probeert te herstellen. Die krioelen van het leven en het zijn voedingsbodems voor een gezond ecosysteem. Als duiker zie je prachtige zeedahlia’s en dodemansduimkoraal. Je ziet de hondshaai zwemmen met die trage, sierlijke slag. Maar er zijn ook hele stukken kale zeebodem waar geen grote vis meer te vinden is. Iedereen heeft het over de balans tussen economie en ecologie, maar die is in de drukke Noordzee al heel lang verstoord.’
Reuchlin heeft er moeite mee dat natuur vaak wordt voorgesteld als één van de partijen. Als ‘gewoon een gebruiker’ van de Noordzee. ‘Daardoor krijg je dat er ineens stemmen opgaan om op grote schaal windmolens te plaatsen op de Doggersbank, een belangrijk natuurgebied!’ WWF pleit al sinds de jaren 90 voor bescherming van deze ondiepe zandbank; een belangrijk leefgebied voor bedreigde haaien en roggen, paaigebied voor kabeljauw en wijting en foerageergebied voor papegaaiduikers, witsnuitdolfijnen en bruinvissen. ‘Het is raar om de rekening van de klimaatcrisis bij biodiversiteit te leggen’, zegt Reuchlin. ‘Want juist investeren in biodiversiteit en weerbaarheid van de natuur is het beste voor het klimaat. Als je opkomt voor de belangen van de planeet moeten klimaat- en biodiversiteitsdoelen hand in hand gaan.’
Terugkeer van soorten
De natuur is niet een willekeurige belanghebbende partij in de Noordzee, de natuur is de basis. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de natuur de Noordzee ís. Als iedereen de potentie van de Noordzee ziet, dan kunnen we een veerkrachtig ecosysteem laten ontstaan dat weerbaar is tegen klimaatverandering en waar vispopulaties kunnen herstellen. De Noordzee benaderen op de schaal van het hele ecosysteem vergt wel internationale samenwerking. Vissen zwemmen waar ze willen en migreren tussen paaigronden, opgroei- en foerageergebieden. Een slim netwerk van beschermde gebieden is nodig. Volgens Reuchlin moeten we op lange termijn durven denken en ook de belangen van andere levensvormen in het oog houden. ‘Ik hoop dat er in de samenleving genoeg draagvlak aan het ontstaan is om te zeggen: dat is de manier waarop we met de zee willen omgaan.’
Veel mensen weten niet hoe mooi de Noordzee ooit was en ondanks alles nog steeds is. ‘Het is zo veel meer dan een grote grijze bak water’, zegt Reuchlin. ‘Er zijn meer dan 1200 soorten in de Nederlandse Noordzee geteld, maar dat aantal was ooit nog veel groter.’ Volgens haar kan de Noordzee, als we de leefgebieden herstellen en beschermen en het gebruik verduurzamen, weer een thuis worden van spectaculaire soorten. ‘Voshaaien die boven de golven springen, kabeljauwen die weer een meter groot worden. De terugkeer van blauwvintonijnen in grote scholen, dwergvinvissen. En van de vleet: met een lengte van bijna drie meter is dat een beetje onze eigen mantarog. Als het hier lukt om tot een balans te komen – in de drukste zee ter wereld – dan heb je misschien een formule die ook voor andere zeeën kan werken.’