'Mijn tweekamerappartement is niet groot, maar meer ruimte heb ik als alleenstaande niet nodig. Vanuit de woningcorporatie kwam een paar jaar geleden de vraag: hoe kunnen we het pand milieuvriendelijker maker? Als bewoners opperden we om zonnepanelen te laten plaatsen. Er was helaas niet genoeg ruimte op het dak om alle appartementen van zonne-energie te voorzien, maar ik kon er gelukkig aanspraak op maken. Vorig jaar was de eerste keer dat ze er jaarrond lagen. Het blijkt dat ik met de panelen in mijn volledige energiebehoefte kan voorzien. Na het plaatsen ging mijn maandhuur met twintig euro omhoog, maar uiteindelijk ben ik toch voordeliger uit.’

‘Gemiddeld eet ik driemaal per week vlees. Uitsluitend biologisch, dat voelt gewoon prettiger. Ik koop mijn eten altijd in een gewone supermarkt, maar let er wel op dat ook mijn groente en fruit zoveel mogelijk biologisch is. Mijn grote boodschappen laat ik eens in de twee weken thuisbezorgen. Dan bestel ik vrij veel. En twee keer per week ga ik zelf naar de supermarkt voor dingetjes die ik ben vergeten. Ik kook altijd voor meerdere dagen tegelijk en bewaar wat over is. Ik gooi nooit eten weg. Dat vind ik zonde.’

‘Ik vind het fijn om prettig te leven, maar ben niet van de overdreven luxe. Mijn bank en eettafel heb ik gekregen van vrienden. Dat geldt ook voor mijn tv. Die hoeft van mij echt niet nieuwer of groter. Ik heb geen droger en geen vaatwasser. Dat is in mijn eentje overbodige luxe. Mijn kleding koop ik wel altijd nieuw. Dat vind ik een prettiger idee dan tweedehands. Ik doe wel redelijk lang met kleding. Sommige vestjes en colbertjes heb ik al jaren. Ik hou niet zo van shoppen. Ik ga altijd naar mijn vaste kledingzaak waar ze een aantal leuke combinaties voorstellen. Daaruit maak ik een keuze en dan ben ik weer weg.’

‘In mijn hele leven heb ik twee keer gevlogen. Een keer naar Kos en een keer naar Sicilië. De laatste keer was in 2019. Van huis uit heb ik vliegen niet meegekregen. Wij gingen altijd in Nederland op vakantie. Ik vind sowieso dat we in eigen land zoveel mooie plekjes hebben. Daardoor voel ik niet zo de behoefte om het verderop te zoeken. Ik heb wel een auto. Voorheen gebruikte ik die voor woon-werkverkeer, maar sinds kort heb ik een nieuwe baan en kan ik op de fiets. De auto gebruik ik voor uitjes in het weekend. Ik ga nooit met het openbaar vervoer, terwijl er een bushalte voor mijn deur is. Daar valt nog wel wat winst te behalen.’