Nederland is te klein voor grote natuurgebieden
De stelling
Energietransitie, woningtekort, infrastructuur, landbouw, klimaatadaptatie, stikstofproblematiek – en natuur. Allemaal leggen ze een claim op de schaarse ruimte in Nederland. Moeten we genoegen nemen met bescheiden natuurgebiedjes?
Tekst: Paul Q de Vries
'Daarom is het nodig dat we een switch maken in ons denken. Heel Nederland is een natuurgebied! Niet meer: dit is landbouwgrond, dit is de stad, dit is natuur, maar uitgaan van landschappelijke mengvormen. En daar dubbelslagen in maken, zoals akkers waar het niet alleen gaat om maximale voedselproductie maar ook om biodiversiteit. Groene verbindingszones die dienen als waterberging en waar je ook kunt recreëren. Steden met groene daken en groene gevels.
Op sommige plekken gaan we misschien afscheid nemen van een traditioneel natuurgebied, maar per saldo gaat de natuur in Nederland er fors op vooruit. De kramp moet eraf. Laten we liever multifunctioneel gaan kijken en niet blijven hangen in natuurdoelen die in beton gegoten zijn. De kern is dat we niet langer denken dat de mensen hier leven en de natuur daar. Al ons landgebruik vraagt afstemming op de natuurlijke draagkracht van een gebied. We zijn onderdeel van de natuur.’
'Nederland heeft het VN-Biodiversiteitsverdrag ondertekend om in 2050 de biodiversiteit voor 100 procent te hebben hersteld. Uit onderzoek blijkt dat daar 150.000 hectare nieuwe natuur voor nodig is. Dat is een gebied zo groot als de provincie Utrecht. Klinkt onhaalbaar, toch? Tot je bedenkt dat dit slechts 6 tot 7 procent is van de grond die nu gebruikt wordt voor de landbouw.
Of stel dat we alsnog de robuuste natuurverbindingen realiseren, die staatssecretaris Henk Bleker in 2011 uit de Ecologische Hoofdstructuur schrapte. De benodigde grond hiervoor komt overeen met een strook van een kilometer breed van Groningen naar Maastricht. Maar ook hier: dat is slechts 1 procent van het huidige landbouwareaal. Twee derde van het landoppervlak van Nederland is nu landbouwgrond!
Op mijn site ongerepte-natuur.nl pleit ik voor meer wildernis. Plekken waar de natuur haar gang kan gaan. Die we niet beheren of reguleren. Een derde van het Natuurnetwerk Nederland op het vasteland is nu productiebos – daarvan kan best een deel wildernis worden. Misschien willen sommige boeren hun akkers wel omvormen tot productiebos. Er is van alles mogelijk. Alles hangt af van je perspectief en goede wil.’
'Nederland is niet te klein voor natuur, maar de Nederlander misschien wel. Overal waar ik kom is de natuur van iedereen, maar we zijn het enige land ter wereld waar bordjes staan dat je ’s nachts het bos niet in mag. Als de zeearend ergens neerstrijkt, gooien we direct het halve gebied dicht. Daardoor is de natuur niet van ons, maar van die beheerder die ons bekeurt. En voelen we ons veel minder betrokken en verantwoordelijk.
Ook de natuur zelf willen we volledig reguleren. Hoeveel beesten mogen errondlopen? Waar mogen ze wel komen en waar niet? En een boom lijkt alleen te mogen groeien als wij hem dat gunnen. In Scandinavië gaan schoolkinderen eens per week het bos in en leren daar hoe je vuur maakt en wanneer je dat niet moet doen. We moeten in Nederland veel meer inzetten op natuureducatie op scholen in plaats van reguleren en verbieden.’
'Natuur is geen onland, maar een essentiële, renderende investering. Verhuur één blokhut in het bos jaarrond en je hebt meer omzet dan van menig akker. De recreatiewaarde van Zuid-Limburg is vele malen hoger dan de landbouwwaarde. Maak er dan een natuurlandschap van, zou ik zeggen. En niet alleen om het geld, want natuur biedt nog zoveel meer: zuurstof, drinkwater, CO2-opslag, kustbeveiliging, welzijn, gezondheid en ga maar door.
Natuurlandschappen kunnen dat genereren als er een drijvende kracht achter zit: meanderende rivieren, predatie, begrazing, eb en vloed, migratiepatronen. Herstel van zulke natuurlijke processen is wat we rewilding noemen. Dan denk je al snel aan grotere gebieden, maar het kan op elke schaal – rewilding rendeert ook al in je tuin. Maar dat vinden we moeilijk, want we willen graag de controle hebben. We zien liever een knotwilg dan een natuurlijk gegroeide wilg. Rewilden is durven loslaten. Dat werkt bevrijdend en levert zo veel op!’