Wayne Poulsen

‘Ik wil vooral een beetje twijfel zaaien’

Tekst: Paul Q de Vries

 

Ze trok zeventien jaar lang met drie kamelen dwars door de Sahara. Daarna reisde ze te paard door het Altai-gebergte in Centraal-Azië en verbleef ze in de dampende oerwouden van Papoea-Nieuw-Guinea. Nu zit Arita Baaijens in een lommerrijk Amsterdams park. Allesbehalve wild, maar genoeg natuur voor verbinding, verhalen en verbeelding.

Waar ging je naar op zoek toen je naar de woestijn vertrok?

‘Als ik dat toen wist, was ik nooit gegaan. Ik heb mijn baan opgezegd en alles achter me gelaten vanwege een onstilbaar verlangen naar leegte. Ik wilde verdwijnen en uitvinden hoe sterk ik was als ik nergens op kon terugvallen. Na bijna twintig jaar was het over en voorbij, als een relatie die strandde.’

Na de woestijn lonkten de bergen?

‘Ik ging naar Siberië, waar ik in het Altaj-gebergte zocht naar het mythische koninkrijk Shambhala. Die onmogelijke missie moest me over het verlies van de woestijn heen helpen. Ik kwam er allerlei profeten en wereldverbeteraars tegen, op zoek naar de bijzondere krachten van de bergen. Zij voelden de hele tijd van alles, ik niet. “Je moet je ervoor openstellen”, hoor je dan. Uiteindelijk besloot ik om te proberen om de Altaj-bewoners en de sjamanen te begrijpen. Scepsis is te gemakkelijk. Ik stelde mezelf de vraag: kan ik als niet-gelovige ook bezielde natuur ervaren?’

En, kan dat?

‘In Mongolië wilde ik op camera iets zeggen over de schoonheid van het landschap, maar tot mijn verbazing kon ik alleen maar huilen. Twee dagen lang. Dat was me in het deel van de Altaj-bergen in Kazachstan en China nooit gebeurd. In tegenstelling tot de mensen in die landen vereren de Mongoolse nomaden de natuur. Ze voeren rituelen uit op de berg om bijvoorbeeld zieken te genezen. Ik zeg niet dat ik geloof dat er een natuurgeest in de berg woont, maar ik moet constateren dat ik daar wel iets heb waargenomen. Dat landschap expressief is.’

Dat moet een bijzondere ervaring zijn voor een wetenschapper?

‘Ik beschikte niet eens over de woorden om die ervaring mee te beschrijven! Je komt uit bij esoterische of religieuze taal en dan kun je gemakkelijk als kruidenvrouwtje weggezet worden. Ons wetenschappelijke wereldbeeld gaat uit van verschijnselen die meetbaar, herhaalbaar en te standaardiseren zijn. Zo’n emotionele respons op landschap laat zich niet in cijfers uitdrukken en wordt daarom niet serieus genomen. Dat is alsof je van een muziekstuk alleen het notenschrift bestudeert en stelt dat de ontroering tijdens het luisteren niet echt is.’

Arita Baaijens

‘Verbinding met de natuur geeft glans aan het leven’

Hebben je ervaringen met bezielde natuur je geïnspireerd?

‘Zeker. Terug in Nederland ben ik het project Paradijs in de Polder gestart, waarin ik de band tussen mens en landschap onderzoek. Zo experimenteer ik met cartografie om naast topografische gegevens ook de gevoelde betekenis van een plek letterlijk in kaart te brengen. Een landschap is zo veel meer dan wat je ziet. De geur van water, de boom waaronder je je eerste kus kreeg, een terp die al eeuwenlang als vluchtheuvel dient bij overstromingen. Een belangrijk onderdeel is het Woordenboek voor de Toekomst, waarin we zoeken naar taal die onze verbinding met natuur uitdrukt. Want als er geen taal voor is, bestaat het niet in ons denken.’

Ineens staat er een jongetje voor ons parkbankje te swingen. Zijn vader kijkt vanachter de wandelwagen vertederd toe. ‘Ik moet dansen, want ik heb een danssteen aangeraakt. En daar verderop zijn monsters, ik heb hun holen gezien.’ Met een ernstig gezicht loopt hij door. ‘Dit is toch precies waar we het over hebben’, straalt Arita.

Vrij baan geven aan de verbeelding?

‘In Papoea-Nieuw-Guinea vertelde mijn gids me dat de bosbewoners vogels beschouwen als de stemmen van het woud, als vrienden. De zang van de nene zegt een jager of hij een zwijn of een python zal vangen. En de tenene waarschuwt dat de rivier gaat overstromen. Dieren, planten, grotten: alles heeft betekenis in het universum van de Papoea’s. Die band zijn wij in het Westen kwijtgeraakt. We weten dat ecosystemen om relaties draaien, maar we zetten onszelf er steeds buiten.’

Is dit niet het romantische idee van de ‘nobele wilde’?

‘Ben je mal. Er is niets romantisch aan zo’n zelfvoorzienend bestaan. Het oerwoud is snikheet, vochtig, alles bijt en prikt en wurgt. Mensen gaan dood aan een slangenbeet, vallen uit de boom, staan elkaar soms naar het leven.’

Helpt de Papoea-zienswijze om de natuur te beschermen?

‘Absoluut. Die mensen willen aansluiting vinden bij de moderne wereld, maar wel op hun eigen voorwaarden. Ook zij willen medicijnen, onderwijs en suiker. Daar is geld voor nodig en daarvoor kun je bijvoorbeeld een gasleiding toestaan of bomen verkopen aan houthakkers. Maar gunnen wij nog meer opties aan een cultuur die het welzijn van mensen en niet-mensen belangrijker vindt dan economische groei?’

Kunnen we iets leren van zulke natuuropvattingen?

‘De natuur is gewoon zichzelf, mensen geven er betekenis aan. Het verhaal dat wij kiezen om in te geloven, bepaalt waar het heen gaat met de wereld. Beschouwen we natuur als bezield, dan maken we andere keuzes dan wanneer we natuur als decor of ding zien of economische groei heilig verklaren. We hebben onszelf gevangen gezet in een wereldbeeld dat andere zienswijzen snel ridiculiseert. Maar juist het idee van een bezielde natuur benadrukt onze verbinding daarmee en geeft glans en mysterie aan het leven. Ik wil niet het ene verhaal inruilen voor het andere en zo een nieuw dogma creëren. Maar misschien kunnen verschillende verhalen naast elkaar bestaan? Misschien hebben ze allemaal gelijk? Uiteindelijk wil ik vooral een beetje twijfel zaaien.’

Bio

1956 Geboren in Ede

1988-2005 Trektocht met kamelen door de Sahara

2008-2016 Expedities te paard door het Altaj-gebergte in Siberië

2014 Winnaar Women of Discovery Humanity Award, Traveller of the Year Award

2017 Start project Paradijs in de polder

2017 en 2020 Verblijf in regenwoud Papoea-Nieuw-Guinea