Expeditie potvis
Onderzoek naar walvissen in de Caraïben Tekst: Cora Knopper, beeld: Casper Douma
Drie maanden lang reisde een walvis-expeditieteam door het Caribisch gebied. De onderzoeksresultaten maken duidelijk wat nodig is voor een betere bescherming van deze bedreigde zeezoogdieren in het algemeen en de potvis in het bijzonder.
De potvis
De potvis is het grootste roofdier van de zee, groter nog dan de witte haai en orka. Hij kan wel zo’n twintig meter lang worden en heeft flinke tanden. De Caraïben zijn een essentieel leefgebied voor potvissen en andere walvisachtigen. Helaas gaat het niet goed met deze zeezoogdieren. Om ze te beschermen is meer kennis en samenwerking nodig. Daarom gingen onderzoekers drie maanden lang op expeditie langs dertien Caribische eilanden.
Hotspot voor walvissen en dolfijnen
Jeffrey Bernus van de Caraïbische natuurorganisatie Caribbean Cetacean Society (CCS) is een van de onderzoekers. Tijdens de expeditie hoorden en zagen hij en zijn collega’s zo’n 3000 dieren van tien verschillende soorten. Bijvoorbeeld de slanke dolfijn, de tuimelaar en de dolfijn van Fraser. Ook observeerde het team voor het eerst de zeldzame dwerggriend in het Yarari-reservaat, in de buurt van Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius. Yarari is het elfde reservaat ter wereld dat zich richt op de bescherming van zeezoogdieren en haaien.
Unieke onderwatertaal
Het onderzoek richt zich voornamelijk op de migratieroutes, aantallen, familiebanden en de manier van communiceren van potvissen. Tot nu toe zijn achttien verschillende groepen dieren bekend tussen Martinique en Saba. Ze gebruiken een unieke ‘taal’, die is gebaseerd op zogenaamde kliks. Een serie van deze kliks heet een coda. Verschillende groepen potvissen gebruiken hun eigen dialect. Jeffrey Bernus geeft aan dat het Yarari-reservaat – en ook de migratieroute ernaartoe – belangrijk is voor potvissen. Onderzoekers spotten daar verschillende potvisclans die voorheen op andere plaatsen werden gesignaleerd, zoals de oostelijke en zuidelijke Caraïben.
Geluidsoverlast door scheepvaart
Aanvaringen, overbevissing, (plastic)vervuiling en klimaatverandering bedreigen walvisachtigen. Jaarlijks sterven wereldwijd ongeveer 300.000 dieren door bijvangst in de visserij. ‘Daarnaast veroorzaakt geluidsoverlast door scheepvaart problemen bij het zoeken naar voedsel via echolocatie’, legt Bernus uit. ‘Ook kan het de communicatie tussen moeder en kalf verstoren. Moeder potvis duikt voor voedsel tot een diepte van 900 meter, terwijl haar kalf in ondieper water wacht. Zij volgen elkaar via klik-geluiden, maar die worden overstemd door het lawaai van scheepsmotoren. Moeder en kalf raken elkaar zo kwijt, met vaak desastreuze gevolgen voor het kalf.’
Samenwerking is de sleutel
Dankzij expedities als deze weten we meer over potvissen en de belangrijke leefgebieden voor deze dieren. Het zijn gebieden die beschermd moeten worden en waar schepen langzamer moeten gaan varen of moeten worden omgeleid. Een mooi voorbeeld is de Sababank in het Yararireservaat, waar de scheepvaartroutes zijn aangepast. Om de Caraïben leefbaar te houden voor walvissen en dolfijnen, zijn meer van dit soort maatregelen nodig. Dat vergt meer samenwerking tussen verschillende overheden, want de dieren houden zich niet aan landsgrenzen.
Expeditie potvis
De expeditie is mede mogelijk gemaakt door de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) en het Wereld Natuur Fonds.