Marten van Dijl / Milieudefensie

HOOP Interview Donald Pols

Tekst: Marloes van Luijk

In mei van dit jaar haalde Donald Pols de voorpagina’s van veel internationale kranten. Door de historische overwinning van ‘zijn’ Milieudefensie in de klimaatzaak tegen Shell geldt hij als pionier in de strijd tegen vervuilende multinationals. Wat drijft hem de barricaden op te gaan? Waar komt zijn vechtlust vandaan? En welke reacties raakten hem het meest na de rechtszaak?

Het feit dat jullie de rechtszaak tegen Shell wonnen, was wereldnieuws. Hoe is het jullie in hemelsnaam gelukt?

‘Die vraag stel ik mezelf ook weleens. De hele zaak heeft vijf jaar geduurd en vergde een enorme inzet van ons hele team. Voor iedereen is het lastig om vijf jaar lang te werken aan een project zonder tussentijdse resultaten en met een heel onzekere uitkomst. En wanneer je, zoals een groot deel van ons team, jonger bent dan dertig en resultaten wilt boeken is het een extra opgave. De uitkomst van de rechtszaak is dan ook vooral een enorm compliment aan het hele team dat het mogelijk heeft gemaakt.’

 

Wat dreef jullie?

‘Het besef dat we als samenleving één ding moeten doen om klimaatverandering te voorkomen: grote vervuilers als Shell dwingen hun CO2-uitstoot terug te dringen. Er zijn 25 bedrijven in de wereld, waaronder Shell, die verantwoordelijk zijn voor de helft van alle broeikasgasuitstoot. Het reguleren van deze multinationals lukt niet meer met nationale wetgeving. Jaar na jaar komen 10.000 mensen uit 200 landen bij elkaar om te bespreken hoe je klimaatverandering kunt voorkomen. Terwijl je eigenlijk de CEO’s van die 25 bedrijven aan tafel moet zetten met de boodschap: jullie komen de kamer niet uit voordat jullie hebben afgesproken hoe je de CO2-uitstoot kunt terugdringen. Die overtuiging heeft me de afgelopen vijf jaar gedreven om door te zetten.'

 

Waarom zijn jullie niet met Shell om tafel gaan zitten?

‘Goeie vraag. Ik heb voor Milieudefensie zes jaar bij het Wereld Natuur Fonds gewerkt, een organisatie die vooral gericht is op dialoog. Dat past bij mij als persoon, ik ben een conflictmijder. Maar multinationals zitten vast in een systeem waar ze zelf niet uit kunnen komen. Ze moeten verslag doen aan aandeelhouders die maar op één ding sturen: kwartaalwinst. Om uit dat systeem te breken, moesten we wel naar de rechter stappen.

Shell voert als verweer op dat niet zij maar de overheid en consumenten verantwoordelijk zijn voor het terugdringen van gevaarlijke klimaatverandering. Maar er ís geen internationale regulerende instantie om hen en andere multinationale bedrijven ter verantwoording te roepen. Dit probleem is breder dan het klimaat. Geen enkel internationaal vraagstuk kun je adresseren zonder multinationals erbij te betrekken. Want ze hebben ook een cruciale rol bij ontbossing, de achteruitgang van diersoorten, mijnbouw, enzovoorts. Het biodiversiteitsprobleem kun je niet oplossen zonder dat je de grote multinationals gaat reguleren. Deze uitspraak geeft ook WWF en de hele samenleving een instrument – namelijk de gang naar de rechter – in handen.'

‘Multinationals zitten vast in een systeem waar ze zelf niet uitkomen’

Wanneer kwam je op het idee om Shell voor de rechter te slepen?

‘Dat dit de weg was om te bewandelen, realiseerde ik me toen ik in 2009 als vertegenwoordiger van WWF de vijftiende internationale klimaattop in Kopenhagen bijwoonde. Alle wereldleiders waren aanwezig. Die top was een enorme mislukking, de voorzitter barstte publiekelijk in tranen uit. We hadden er als wereldgemeenschap jaren naartoe gewerkt en we faalden.

Ik ging toen nadenken: waar is het fout gegaan? Tijdens dat denkproces werd het me duidelijk dat het probleem bij de uitzonderingspositie van regulering van multinationals lag. De volgende stap was: hoe doe je er wat aan? Het viel me op dat vrijwel niemand bereid was om de grote vervuilers aan te pakken. Die 25 multinationals zijn immers de machtigste bedrijven ter wereld.

Toen ik directeur kon worden bij Milieudefensie dacht ik: dit is het. Deze organisatie heeft het lef en het DNA om zo’n rechtszaak te voeren. Dus ben ik overgestapt van de dialoog naar een meer activistische aanpak. Ik ben ervan overtuigd dat deze actie nodig is. Het is de enige manier om verandering te realiseren.'

 

Wat maakt dat je zo gedreven bent om de natuur te beschermen?

‘Ik ben opgegroeid in Zuid-Afrika op een boerderij die tegelijk een natuurreservaat was. Runderen en wilde dieren liepen door elkaar op enorme uitgestrekte lappen grond. De dichtstbijzijnde buren woonden twintig kilometer verderop, dus ik groeide de eerste tien jaar van mijn leven zo goed als alleen op. ’s Ochtends pakte ik een fles water en wat droge beschuit en ging wandelen. Het was een avontuur om te kijken hoe dicht ik bij de wilde dieren kon komen. Soms ervoer ik geen verschil meer tussen de natuur en mij. Ik kan me momenten herinneren dat ik voelde dat niet ik ademde, maar dat er geademd wérd! De wind en mijn adem werden één. Ik wandelde als jongetje over de rode aarde. Het eelt onder mijn voeten was zo dik dat ik over doorns kon lopen zonder dat ik er wat van merkte.

Daar denk ik nog wel eens aan als ik strak in pak met een minister serieuze gesprekken voer. Ergens rond mijn tiende onteigende de Zuid-Afrikaanse overheid een stuk van de boerderij om een chroommijn te bouwen. Ineens veranderde dat hele gebied van rode aarde naar een grote zwarte zandvlakte. Kraters, rook van etensvuren en vrachtwagens, herrie. Mijn opa wilde dat niet, maar hij kon er niets tegen doen. Dat heeft een enorme indruk op me gemaakt. Dit wil ik voorkomen, besloot ik toen.’

‘In Zuid-Afrika heb ik ook de apartheid mee gemaakt, een tot op het bot onrechtvaardig politiek systeem dat de meerderheid van de bevolking mensenrechten ontneemt. Dat heeft een blijvende indruk op me gemaakt. Daarom vind ik dat mensen in bevoorrechte posities moeten bijdragen aan een meer rechtvaardige samenleving. We kregen bijvoorbeeld veel mooie reacties toen we de zaak tegen Shell gewonnen hadden. Maar wat me het meest raakte, waren niet de felicitaties. Dat waren de mensen die me bedankten. Want voor het eerst is er een oplossing die impact heeft. Een systeemaanpak op het niveau van het klimaatprobleem zelf. We hebben heel veel mensen hoop gegeven met deze uitkomst.'