Klimaathelden
Samenstelling: Sabine Bos
Door de mens komt jaarlijks ruim 40 miljard ton CO2 vrij in de atmosfeer. De helft daarvan blijft in de lucht en versterkt de opwarming van de aarde. De andere helft wordt opgenomen door bossen en oceanen. Daarbij spelen dieren een vitale rol.
Walvis
De walvis is belangrijk als het gaat om CO2-opslag. Zijn uitwerpselen voeden fytoplankton en deze microscopisch kleine plantjes nemen CO2 op. Wereldwijd slaat plankton zo’n 40% van alle menselijke CO2 op. Daarnaast nemen walvissen ook zelf koolstof op in hun lichaam. Als ze sterven en naar de bodem van de oceaan zakken, wordt deze CO2 voor lange tijd opgeslagen in de diepzee. Een grote walvis wordt geschat op meer dan 1000 bomen in termen van CO2-opslag.
Bosolifant
De bosolifant leeft in de tropische wouden van Centraal-Afrika. Op zijn dagelijkse zoektocht naar voedsel onderhoudt hij de jungle. Hij vertrapt en eet vooral de snel groeiende boompjes, zodat trager groeiende bomen zich beter kunnen ontwikkelen. En juist die bomen houden veel CO2 vast. Dit ‘werk’ van de bosolifanten zorgt dus voor meer CO2-opname door het bos. In dit verhaal in het Be one with nature magazine lees je meer over de bosolifant.
Zeeotter
De zeeotter eet zo veel zee-egels dat de populatie van deze ongewervelden beperkt blijft. Zee-egels vermenigvuldigen zich snel en verslinden bruinwieren. Uiteindelijk eten ze zelfs de kleinste scheutjes bruinwier op, terwijl bruinwierbossen flinke hoeveelheden koolstof opnemen. Zeeotters beschermen met hun eetgedrag dus de bruinwieren, die op hun beurt weer helpen in het tegengaan van klimaatverandering.
Wolf
In 1926 werd de laatste wolvenroedel in het Amerikaanse Yellowstone National Park gedood. Het hele ecosysteem raakte daarna uit balans. Het aantal wapiti’s (een hertachtige) explodeerde en alle boompjes werden opgegeten. Zonder de bomen verdwenen vogels, bouwden bevers geen dammen, erodeerden rivieroevers en werd de watertemperatuur te warm voor koudwatervissen. In 1995 zijn veertien wolven teruggebracht. De populaties herten werden – met de terugkeer van hun natuurlijke vijand de wolf - onmiddellijk kleiner. Daardoor kregen bomen weer kans om te groeien, rivieroevers stabiliseerden en vogels, bevers en andere diersoorten keerden terug. En al deze biodiversiteit draagt bij aan de opname van CO2.
Tapir
De tapir is essentieel om beschadigde regenwouden weer tot leven te brengen. Deze hoefdieren eten veel verschillende soorten vruchten en laten via hun uitwerpselen zaden achter. Die ontkiemen en groeien vervolgens. Onderzoekers ontdekten 24 verschillende soorten zaden in de uitwerpselen van tapirs. Veel daarvan worden uiteindelijk grote bomen die CO2 opnemen en de opwarming van onze aarde helpen vertragen.